Een minister voor digitale zaken
[ gepubliceerd in De Gelderlander van 29 mei 2021]
Een minister voor digitale zaken.
Deze week begon de permanente commissie Digitale Zaken onder leiding van Renske Leijten haar werkzaamheden. Ongeveer tegelijkertijd kwam de Raad voor Openbaar bestuur (ROB) met het voorstel een minister voor Digitale zaken aan te stellen. Een korte historische blik op deze ontwikkelingen kan verhelderend werken.
Het was op zijn minst opvallend: Een jaar geleden trok de bedenker van het WWW – Tim Berners-Lee – aan de bel . Hij maakte zich grote zorgen over de ontwikkelingen van onze digitale revolutie en dan speciaal het internet. Ik citeer uit een interview met hem in The New York Times: “Gemeenschappen worden uit elkaar gerukt, omdat vooroordelen, haat en desinformatie online worden verspreid.” En verder: “Oplichters gebruiken het web om identiteiten te stelen, stalkers gebruiken het om hun slachtoffers lastig te vallen en te intimideren en slechte individuen ondermijnen de democratie met behulp van slimme digitale tactieken.” Hij komt met een actieplan van 9 punten om het internet te redden. Zijn mondiale actieplan is in elkaar gezet door activisten, academici, bedrijven en overheden. U kunt het raadplegen via…internet natuurlijk!
Het is opvallend hoezeer de laatste jaren allerlei mensen ( filosofen, pedagogen, psychologen maar ook ICT-ers) onze digitale wereld aan een kritische blik onderwerpen: verslaving onder met name jongeren aan sociale media via de smartphone of aan online gaming, toegang tot dubieuze pornosites en ‘het dark web’, narcisme promoting via Facebook en Instagram , de twitter-diarree door ADHD gevoelige mensen o.a. politici, de steeds verdergaande privacy-aantasting, datahandel, fishing, nepnieuws en zo nog veel meer. En op staatsniveau lijkt het spookbeeld van “Big Brother is watching you” ( Orwell) niet ver weg meer. De hele ‘Toeslagenaffaire’ heeft zeker ook te maken met deze digitale jungle. Niet helemaal verrassend dus dat Renske Leijten de voorzitter is geworden van de nieuwe commissie Digitale zaken
Kritische kanttekeningen bij onze digitale revolutie worden vaak al snel als ‘ouderwets’ of ‘overdreven’ afgedaan. Dat nu ook de bedenker en oprichter van het WWW zich zorgen begint te maken, is een teken aan de wand. De Nederlandse internet- pionierster Marleen Stikker spreekt in haar nieuwste boek in verband met deze kwestie over ‘enorm achterstallig onderhoud’. Er is echt wel iets aan de hand!
Voor de duidelijkheid: ik denk dat (bijna) niemand het internet met al zijn mogelijkheden zou willen afschaffen. Afgezien dat dit feitelijk allang niet meer mogelijk is, zien de meest mensen ook de grote voordelen en gemakken van de digitale revolutie. Maar dat wil niet zeggen dat we daarom niet kritisch moeten kijken naar allerlei ontwikkelingen op dit gebied. Een historische vergelijking kan ons daarbij wellicht helpen.
De industriële revolutie zoals die zich zo ongeveer vanaf 1800 over heel West-Europa voltrok, had ingrijpende gevolgen op allerlei terreinen. Uiteindelijk bracht het meer welvaart, ook voor de laagste klassen en veel gemak. Wie zou de wasmachine kunnen missen ! Maar dat lange proces had vanaf het begin kwalijke neveneffecten: kinderarbeid, slechte arbeiderswoningen, onveilige werksituaties, extreem lange werktijden met te lage lonen , steeds meer milieuvervuiling en ga zo maar door. Daar kwam vooral na 1850 steeds meer kritiek op. Grote maatschappelijke krachten begonnen zich in deze te roeren. Artsen en wetenschappers maar vooral ook vakbonden , socialisten en christelijk-socialen kwamen steeds meer in verzet. Er kwam verandering doordat er regels kwamen voor werktijden, lonen, kinderarbeid, woningen en nog heel veel meer. Niet alles was blijkbaar te reguleren: de toenemende milieuvervuiling neemt steeds grotere vormen aan en is nu zelfs een van de grootste zorgen voor de geïndustrialiseerde wereld. Ook daar is er een roep om toezicht en maatregelen van bovenaf.
Is het ook niet zo met de huidige digitale revolutie? Een paar decennia lang heeft die zich in bijna onbeperkte vrijheid kunnen ontwikkelen. De computer was de toverstaf van de moderne tijd. Er ontstond – zo lijkt het wel eens – een bijna totalitaire gedachtegang: digitalisering is altijd en overal goed en brengt vooruitgang. Het leek alsof ons denken ook in bits was gegoten, in de zin van zwart-witdenken: je bent voor digitalisering of je bent tegen en dus ouderwets. Een gezonde middenweg met de nodige nuance en keuzes maken was ver te zoeken, niet alleen bij overheid en bedrijven maar ook bij de individuele consument.
Maar zoals ik al aangaf, daar komt langzamerhand verandering in. Zoals we ook de industriële revolutie in de loop der tijd hebben moeten bijsturen, reguleren etc. zo zullen we dat ook moeten bij de digitale revolutie. Dat een van de grote aanjagers van deze revolutie daar nu zelf ook mee komt, stemt tot tevredenheid. De ‘digitale snelweg’ zal net zo als een gewone snelweg ook aan bepaalde regels onderworpen moeten worden en de op- en afritten zullen veilig en duidelijk gemarkeerd dienen te zijn…om chaos en ongelukken te voorkomen. En dat hoeft in een democratische samenleving echt niet te leiden tot een ‘China-internet’ met allerlei censuur van bovenaf. Misschien moet er voor dit alles eerst maar eens een ‘minister voor digitale zaken’ komen zoals we na de industriële revolutie in 1918 ook een minister voor sociale zaken kregen. Het voorstel van de Raad voor Openbaar Bestuur (ROB) en de aanstelling van de commissie Leijten zijn daarmee hoopvolle historische mijlpalen in de goede richting.
Leo Salemink
Historicus