Een Verenigde Staten van Europa als utopie (Leo)

Een Verenigde Staten van Europa als utopie (Leo)

[ Gepubliceerd in de Gelderlander, de Twentse Courant en het Eindhovens Dagblad van  van  16 juni 2012 )

Een Verenigde Staten van Europa als utopie

Stel je voor : je woont in een straat met nogal verschillende huishoudens. Verschillend in welvaart en in leefstijl. Een buurman heeft het financieel bijzonder moeilijk en jullie besluiten hem een lening te verstrekken. Maar geen gewone lening. Jullie schrijven de beste man – een echte levensgenieter – ook voor hoe hij zijn huishouden moet hervormen, hoe hij moet gaan leven en hoe hij binnenshuis de zaakjes moet organiseren met zijn vrouw en kinderen.

Zo ongeveer heeft mevr. Merkel het voor met Europa. De zwakke lidstaten krijgen alleen een lening als daarvoor ook een flink deel van de politieke soevereiniteit wordt opgegeven. Maar haar achterliggende gedachte gaat nog veel verder:  de EU moet uitgroeien tot een  politieke unie , tot een soort Verenigde Staten van Europa met sterk gecentraliseerde macht in Brussel. Uiteraard zal deze politieke unie gedomineerd worden door de as Frankrijk- Duitsland. Dat is de afgelopen jaren wel gebleken bij de aanpak van de huidige economische crisis. Zoals nu de politieke verhoudingen zijn, zal dat een tamelijk neoliberale politieke koers zijn, aangestuurd en deels ook ontworpen door EU–bureaucraten in Brussel.

Tegen deze ontwikkeling komen verschillende landen en politici in verzet. Het is ook volgens mij een heilloze weg om meerdere uiteenlopende redenen waarvan ik er drie wil noemen :

– Het idee van een vergaande  politieke unie zoals de VS van Amerika, getuigt van weinig historisch besef. De ontwikkeling van het continent Europa is zo verschillend aan dat van de VS dat het wel op een mislukking moet uitlopen. De cultuurverschillen ( ook op politiek terrein) zijn zo groot dat alleen een erg straffe hand dit zou kunnen overwinnen. Karel de Grote en Napoleon probeerden het tevergeefs. In extreme vorm is het streven naar zo’n Verenigde Staten van Europa zelfs een gevaarlijke utopie en een bron van nieuwe conflicten.

– Zal aan het hoofd van de  Verenigde Staten van Europa ook een machtige president komen te staan met een leger dat – zoals Amerika – militaire avonturen aangaat in de rest van de wereld ?  Het NAVO-ingrijpen in Libië wijst wel in die richting. En welke belangen spelen dan een rol ? En is tegen die tijd het Europese Parlement wel in staat effectieve democratische controle uit te oefenen ?  Tot nu toe is het intern democratische gehalte van de EU zwak ontwikkeld en zeker ook ondoorzichtig ( het zogenaamde ‘democratische tekort’).

– De centrale Europese regering zal zich nog meer gaan bemoeien met zaken als onderwijs en zorg. De Europese aanbestedingen van bijvoorbeeld zorg – zoals nu al aan de orde is – zal verder uitgebreid worden op waarschijnlijk neoliberale voet. Dat dit gepaard gaat met bureaucratisering en schaalvergroting is een logisch gevolg ( als kleine en betrokken zorginstelling heb je geen kans tegen de grote internationale instellingen). Het is zoals bij een schoolklas: hoe groter je die maakt, des te meer regels je nodig hebt en des te onpersoonlijker het allemaal wordt. Of wat anders en actueler gesteld: zou een Europees voetbalelftal echt zoveel beter zijn dan een nationaal elftal ?

 

Moeten we de EU en de euro dan opheffen, zoals de PVV wil ?  Dat lijkt me een weg terug naar de negentiende eeuw van nationale staten en nationale spanningen met fatale gevolgen.  Het is in dit verband opvallend om te zien hoezeer veel politici bijna digitaal reageren op deze kwestie: voor of tegen Europa. Wijze mannen als Aristoteles en Boeddha hebben ons al zo vaak gewezen op de middenweg, op een gulden middenweg die het resultaat is van overleg, wijsheid en realisme.

Toegepast op Europa zou deze middenweg moeten inhouden: een sterke economische samenwerking ( met sancties en al), eventueel aangevuld met vergaande bevoegdheden op het gebied van milieu en veiligheid. En in onderling democratisch overleg wellicht ook op andere terreinen. Maar laten we – opgejaagd door een economische crisis – de politieke zelfstandigheid van de afzonderlijke landen niet al te snel opofferen aan een

zwak-democratisch, bureaucratisch en weinig transparant ‘Brussel’ , onder leiding van Frankrijk en Duitsland. Veel mensen werpen tegen dat een economische unie alleen goed kan functioneren als er een ook een politiek unie is omdat alle economische besluiten een politieke dimensie hebben. Daar zit iets in, maar het succes van de EEG in de jaren zestig en zeventig maakt duidelijk dat er geen noodzakelijke symbiose hoeft te zijn. Natuurlijk is een weg terug naar de EEG niet de bedoeling, maar het zou een uitdaging voor politici moeten zijn om een moderne goed werkende economisch unie te vormen zonder al te veel politieke bevoegdheden over te hevelen naar Brussel.

En laten we ‘de menselijke maat der dingen’ bij dit alles niet uit het oog verliezen. Dit laatste moge soft klinken maar hoezeer hebben we de laatste jaren op nationaal gezien waar grootschaligheid en bureaucratisering  toe kan leiden ( de onderwijsfabrieken, de steeds maar fuserende zorginstellingen, de eindeloze reeks Europese regelgeving…). Een politiek machtige EU zal deze ontwikkeling ongetwijfeld verder versterken.
Bij dit alles moeten we ons vooral niet laten misleiden door EU-fans die doen alsof onze toekomst alleen bij ‘meer Europa’ in goede handen is of door mensen die fatalistisch roepen ‘dat het allemaal toch niet tegen te houden is’. En laten we ons niet verliezen in die akelige grachtengordel-redenering waarin een kritische houding ten opzichte van Europa als ‘ouderwets’  wordt neergesabeld . Het tamelijk kritiekloos achter een zwak-democratische en bureaucratische EU aanlopen, lijkt me zeker geen voorbeeld van modern politiek denken.

 

Leo Salemink

Historicus

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *