Archief van
Maand: december 2016

Een Verenigde Staten van Europa als utopie (Leo)

Een Verenigde Staten van Europa als utopie (Leo)

[ Gepubliceerd in de Gelderlander, de Twentse Courant en het Eindhovens Dagblad van  van  16 juni 2012 )

Een Verenigde Staten van Europa als utopie

Stel je voor : je woont in een straat met nogal verschillende huishoudens. Verschillend in welvaart en in leefstijl. Een buurman heeft het financieel bijzonder moeilijk en jullie besluiten hem een lening te verstrekken. Maar geen gewone lening. Jullie schrijven de beste man – een echte levensgenieter – ook voor hoe hij zijn huishouden moet hervormen, hoe hij moet gaan leven en hoe hij binnenshuis de zaakjes moet organiseren met zijn vrouw en kinderen.

Zo ongeveer heeft mevr. Merkel het voor met Europa. De zwakke lidstaten krijgen alleen een lening als daarvoor ook een flink deel van de politieke soevereiniteit wordt opgegeven. Maar haar achterliggende gedachte gaat nog veel verder:  de EU moet uitgroeien tot een  politieke unie , tot een soort Verenigde Staten van Europa met sterk gecentraliseerde macht in Brussel. Uiteraard zal deze politieke unie gedomineerd worden door de as Frankrijk- Duitsland. Dat is de afgelopen jaren wel gebleken bij de aanpak van de huidige economische crisis. Zoals nu de politieke verhoudingen zijn, zal dat een tamelijk neoliberale politieke koers zijn, aangestuurd en deels ook ontworpen door EU–bureaucraten in Brussel.

Tegen deze ontwikkeling komen verschillende landen en politici in verzet. Het is ook volgens mij een heilloze weg om meerdere uiteenlopende redenen waarvan ik er drie wil noemen :

– Het idee van een vergaande  politieke unie zoals de VS van Amerika, getuigt van weinig historisch besef. De ontwikkeling van het continent Europa is zo verschillend aan dat van de VS dat het wel op een mislukking moet uitlopen. De cultuurverschillen ( ook op politiek terrein) zijn zo groot dat alleen een erg straffe hand dit zou kunnen overwinnen. Karel de Grote en Napoleon probeerden het tevergeefs. In extreme vorm is het streven naar zo’n Verenigde Staten van Europa zelfs een gevaarlijke utopie en een bron van nieuwe conflicten.

– Zal aan het hoofd van de  Verenigde Staten van Europa ook een machtige president komen te staan met een leger dat – zoals Amerika – militaire avonturen aangaat in de rest van de wereld ?  Het NAVO-ingrijpen in Libië wijst wel in die richting. En welke belangen spelen dan een rol ? En is tegen die tijd het Europese Parlement wel in staat effectieve democratische controle uit te oefenen ?  Tot nu toe is het intern democratische gehalte van de EU zwak ontwikkeld en zeker ook ondoorzichtig ( het zogenaamde ‘democratische tekort’).

– De centrale Europese regering zal zich nog meer gaan bemoeien met zaken als onderwijs en zorg. De Europese aanbestedingen van bijvoorbeeld zorg – zoals nu al aan de orde is – zal verder uitgebreid worden op waarschijnlijk neoliberale voet. Dat dit gepaard gaat met bureaucratisering en schaalvergroting is een logisch gevolg ( als kleine en betrokken zorginstelling heb je geen kans tegen de grote internationale instellingen). Het is zoals bij een schoolklas: hoe groter je die maakt, des te meer regels je nodig hebt en des te onpersoonlijker het allemaal wordt. Of wat anders en actueler gesteld: zou een Europees voetbalelftal echt zoveel beter zijn dan een nationaal elftal ?

 

Moeten we de EU en de euro dan opheffen, zoals de PVV wil ?  Dat lijkt me een weg terug naar de negentiende eeuw van nationale staten en nationale spanningen met fatale gevolgen.  Het is in dit verband opvallend om te zien hoezeer veel politici bijna digitaal reageren op deze kwestie: voor of tegen Europa. Wijze mannen als Aristoteles en Boeddha hebben ons al zo vaak gewezen op de middenweg, op een gulden middenweg die het resultaat is van overleg, wijsheid en realisme.

Toegepast op Europa zou deze middenweg moeten inhouden: een sterke economische samenwerking ( met sancties en al), eventueel aangevuld met vergaande bevoegdheden op het gebied van milieu en veiligheid. En in onderling democratisch overleg wellicht ook op andere terreinen. Maar laten we – opgejaagd door een economische crisis – de politieke zelfstandigheid van de afzonderlijke landen niet al te snel opofferen aan een

zwak-democratisch, bureaucratisch en weinig transparant ‘Brussel’ , onder leiding van Frankrijk en Duitsland. Veel mensen werpen tegen dat een economische unie alleen goed kan functioneren als er een ook een politiek unie is omdat alle economische besluiten een politieke dimensie hebben. Daar zit iets in, maar het succes van de EEG in de jaren zestig en zeventig maakt duidelijk dat er geen noodzakelijke symbiose hoeft te zijn. Natuurlijk is een weg terug naar de EEG niet de bedoeling, maar het zou een uitdaging voor politici moeten zijn om een moderne goed werkende economisch unie te vormen zonder al te veel politieke bevoegdheden over te hevelen naar Brussel.

En laten we ‘de menselijke maat der dingen’ bij dit alles niet uit het oog verliezen. Dit laatste moge soft klinken maar hoezeer hebben we de laatste jaren op nationaal gezien waar grootschaligheid en bureaucratisering  toe kan leiden ( de onderwijsfabrieken, de steeds maar fuserende zorginstellingen, de eindeloze reeks Europese regelgeving…). Een politiek machtige EU zal deze ontwikkeling ongetwijfeld verder versterken.
Bij dit alles moeten we ons vooral niet laten misleiden door EU-fans die doen alsof onze toekomst alleen bij ‘meer Europa’ in goede handen is of door mensen die fatalistisch roepen ‘dat het allemaal toch niet tegen te houden is’. En laten we ons niet verliezen in die akelige grachtengordel-redenering waarin een kritische houding ten opzichte van Europa als ‘ouderwets’  wordt neergesabeld . Het tamelijk kritiekloos achter een zwak-democratische en bureaucratische EU aanlopen, lijkt me zeker geen voorbeeld van modern politiek denken.

 

Leo Salemink

Historicus

 

 

 

Op de rug van de tijger (Theo)

Op de rug van de tijger (Theo)

 

Theo Salemink . Op de rug van de tijger. Pleidooi voor een economie met een menselijk gezicht.  Valkhof Pers. 2015.

Afbeeldingsresultaat voor op de rug van de tijger

Het kapitalisme is weleens vergeleken met een wilde rit op de rug van een tijger. De tijger kiest zijn eigen weg en kan ons naar een bestemming brengen die noodlottig is. Maar eraf springen zou nog gevaarlijker zijn. En daarom vervolgen we onze stuurloze rit, vastgeklampt op de rug van wat onze ondergang kan worden. Het enige wat we nog kunnen doen is een beetje temmen en bijsturen.

Dit schrikbeeld schetste de econoom Bob Goudzwaard na de crisis van de jaren tachtig van de vorige eeuw. Hij pleitte voor een ‘economie van het genoeg’. De crisis van 2008 heeft de situatie er niet beter op gemaakt. Ook nu klinken er stemmen om het kapitalisme te temmen en bij te sturen. Economen en politici debatteren over markt en staat, over banken en schulden, over groei en duurzaamheid. Over Griekse schulden en sancties tegen Rusland. Over de kosten van vluchtelingen en aanslagen van IS.

Op de rug van de tijger gaat over de morele dimensies achter deze felle debatten. In welke richting sturen we de tijger en waarom? Waarom moeten we streven naar een duurzame economie? Waarom moeten we rijkdom herverdelen? Waarom hebben armen rechten? Wat is een menselijke maat? Waarom is rijkdom relatief?

Op zoek naar antwoorden op al deze vragen, gaat Theo Salemink in gesprek met mensen als Milton Friedman, Karl Marx, Thomas van Aquino, Johannes Calvijn, Tariq Ramadan, Boeddha en paus Franciscus. De conclusie is dat we, hoe moeilijk ook, de tijger moeten zien te temmen. De tijger moet een menselijk gezicht krijgen, een gezicht dat recht doet aan mensen. Omdat immers alle mensen gelijk en gelijkwaardig zijn en recht hebben op een menswaardig bestaan. Die conclusie heeft haar wortels in een oud verhaal dat in allerlei tradities te vinden is. En dat geeft moed, want: “Ook een verhaal kan de wereld veranderen.”

Theo Salemink (1946), historicus en theoloog, doceerde geschiedenis van kerk en maatschappij aan de Universiteit van Tilburg. Hij publiceerde bij Valkhof Pers eerder Een andere Lucebert, maar ook, samen met Marcel Poorthuis, Een donkere spiegel en Van harem tot fitna. In 1991 schreef hij al Katholieke kritiek op het kapitalisme. Bij zijn afscheid van de Tilburgse universiteit kreeg hij de bundel Vrienden met de Mammon. De levensbeschouwelijke dimensie in de economie (2013) aangeboden.

Valkhof Pers Nijmegen 2015 | ISBN 978 90 5625 445 2 | Omvang ca. 192 blz. | Formaat 14 x 22 cm. | Uitvoering paperback | Prijs €19,50 Het boek is te bestellen via de lokale boekhandel, of via de schrijver: salemink@planet.nl

Cultureel racisme (Theo)

Cultureel racisme (Theo)

Cultureel racisme

Fragment uit: Theo Salemink, Op de rug van de tijger. Pleidooi voor een economie met een menselijk gezicht, Nijmegen 2015.

 

Het is verwarrend om te blijven spreken van racisme, hoe nieuw ook. Racisme veronderstelt biologie, maar het nieuwe racisme veronderstelt cultuur. Daarom is het beter te spreken over de nieuwe ideologie van het culturalisme. Cultuur regelt het samenleven van grotere groepen en kent zin en betekenis toe aan mensen en dingen in dienst van het samenleven van zoveel mensen die in principe vreemden voor elkaar zijn, geen familie. In de ideologie van het culturalisme wordt cultuur niet zozeer beschouwd als een veranderlijk, versplinterd, tegenstrijdig fenomeen, maar als een autonoom organisme dat boven individuen, plaatsen en momenten uit een eigen ‘wezen’ bezit, met specifieke kenmerken en wetten, zoals aan ras een biologisch wezen toegekend werd. Het is een essentialistische opvatting van cultuur. Bovendien wordt het individu gezien als een ‘drager’ van zo’n cultuur. De kenmerken van de grotere cultuur zijn als het ware genetisch verankerd in de individuele persoon. Bijvoorbeeld: alle Nederlandse burgers met een Marokkaanse of Turkse achtergrond zijn ‘dragers’ van de islamitische cultuur. In deze ideologie van het culturalisme gaat men bovendien uit van meerdere culturen als organismen naast elkaar, die een rangorde vormen van hoger en lager en die met elkaar in conflict zijn (clash of civilizations). Culturen zijn in deze visie exclusief, sluiten elkaar uit, zijn onverenigbaar met elkaar en sluiten zich af om besmetting en verzwakking van de eigen cultuur te voorkomen. De afzonderlijke culturen zouden bovendien op een meta-niveau ideologische kernen bezitten, die haar organisme verankeren en legitimeren in een hogere orde: een legitimerende wereldbeschouwing of religie, bijvoorbeeld christendom, islam of Verlichting.

In Europa ontwikkelt zich sinds de jaren tachtig van de 20ste eeuw een specifiek Europees culturalisme, dat de Europese cultuur, gefundeerd in christendom en humanisme, bedreigd ziet door een islamitische cultuur. Deze islamitische cultuur, waargenomen als een vreemd organisme, dringt via migranten, vluchtelingen of terroristen van buitenaf binnen in de ‘oorspronkelijke’ Europese cultuur, nestelt zich daar als een parasiet, die het organisme van de Europese cultuur verzwakt, bedreigt, vernietigt. Binnen deze visie wordt de islam beschouwd als de supermythe die de vreemde, islamitische cultuur bij elkaar houdt en versterkt in haar aanval op de oorspronkelijke Europese cultuur. Binnen het denken in een rangorde is de islam als religie dan ook inferieur aan het christendom en aan de Verlichting, de hoekstenen van de Europese beschaving. Dit nieuwe culturalisme als de ideologie van de 21ste eeuw slaagt er bovendien in om bepaalde fragmenten van het oude racisme te integreren. Cultuur wordt aan etniciteit gekoppeld. Islam krijgt een kleur en wordt een nieuw fascisme (Geert Wilders) genoemd. Hier verschijnt een ideologie die moraal bindt, niet meer aan klasse, ras of natie, maar aan cultuur. De westerse cultuur wordt als moreel hoogstaander beschouwd dan de andere culturen: meer vrijheid, meer democratie, minder armoede, meer tolerantie, meer mensenrechten, enzovoort. En tegenover de minderwaardige culturen is geweld geoorloofd of minstens een meten met twee maten.

Geert Wilders is in Nederland representant van een nieuwe generatie populisten, harder en ‘orthodoxer’ dan Pim Fortuyn. Hij verkondigt de nieuwe ideologie van het culturalisme. Wilders noemt de islam een vorm van fascisme en beschouwt Nederlandse moslims als een potentieel gevaar voor Nederland. In Tussen harem en fitna (2011) hebben Marcel Poorthuis en ik een uitvoerige analyse gemaakt van het radicaliseringsproces van Wilders en van het verschil tussen Wilders en Fortuyn. Wilders huldigt een essentialistische visie. Bij hem gaat het om het ‘wezen’ van de islam en het ‘wezen’ van de westerse cultuur. En dat wezen van de islam heeft volgens hem te maken met fascisme.

 

Het ‘Romantisch liberalisme’ van ‘Schengen’ (Leo)

Het ‘Romantisch liberalisme’ van ‘Schengen’ (Leo)

Het ‘Romantisch liberalisme’  van ‘Schengen’

Leo Salemink

Als je de mens vrij laat in zijn handelen, ontstaat vanzelf iets moois. Deze liberale grondgedachte – uitvloeisel van het 18e-eeuwse Verlichtingsdenken – spreekt veel mensen aan, zeker als je het op een persoonlijk niveau brengt: de vrijheid om je eigen mening te uiten, je eigen partner te kiezen, je eigen geloof of ideologie aan te hangen, te reizen waarheen je wil. Wie wil dat niet?

Maar op maatschappelijk-politiek niveau heersen er andere wetten en krachten, zeker als je deze idealen tot een zogenaamd(!)  progressieve ideologie verheft. De idealen verworden dan al snel tot een ‘romantisch liberalisme’, geschikt voor de ontwikkelde kosmopolitische middenklasse of hoger. En zoals dat bij elke romantische opwelling gaat: de werkelijkheid is meestal weerbarstiger en harder.

De EU is vanaf het verdrag van Maastricht( 1992) in een sterk Romantisch-liberaal vaarwater gekomen. Ver doorgevoerde vrijheid van personen en goederen binnen Europa zou tot een welvarend en ‘verlicht’ Europa leiden. Ook toen de EU in een hoog tempo werd uitgebreid met landen die bepaald niet een liberale traditie hadden (ex-communistische staten in Oost-Europa) werd deze ideologie aangehouden en zelfs versterkt door nog meer verdragen en maatregelen zoals de invoering van de euro. Historische cultuurverschillen tussen West en Oost-Europa schoven de meeste politici – in de euforie na het vallen van de muur – terzijde. Men sprak zelfs over ‘het einde van de geschiedenis’ ( Fukuyama) in de betekenis van : de liberale democratie annex kapitalisme blijken het beste systeem op aarde te vormen en zullen langzamerhand een universele status krijgen. Hoe anders zou het lopen in Europa ( Balkanoorlogen ) en buiten Europa (islamitische landen), maar ook het opkomen van politici zoals Le Pen en Wilders staat op ( zeer) gespannen voet met dit liberalisme.

Maar als we ons hier beperken tot Europa en de EU dan lijkt met name een onderdeel van dat Romantisch liberalisme steeds meer onhoudbaar. Ik doel hier op Het Verdrag van Schengen (1985): het vrije verkeer van personen en daarmee het afschaffen van de nationale grens als controlepost bij uitstek. De controle aan de buitengrenzen van ‘Fort Europa’ zou blijven bestaan. Maar nadat de vluchtelingenstromen vanuit het Midden-Oosten en Afrika dit jaar kolossale vormen begonnen aan te nemen en via de lekke buitengrenzen Europa binnenkwamen, begon het Schengen-ideaal te wringen, in een continent dat opnieuw bleek geen politieke laat staan culturele eenheid te zijn. En na de moorddadige aanslagen in Parijs begonnen nog meer mensen zich af te vragen of dit product van Romantisch liberalisme wel zo doeltreffend is. En dan hebben we het nog niet eens over de georganiseerde criminaliteit en drugshandel. De vergelijking is misschien wat krom, maar in een redelijk gezellige buurt wil toch iedereen ook graag zijn eigen voordeur houden, zeker als er ook mensen uit andere buurten door de wijk zwerven. Gastvrijheid en openheid nemen snel af als mensen het idee hebben  dat er letterlijk en figuurlijk geen grenzen meer zijn! Dat lijkt nu steeds meer het geval. Angela Merkel dreigt met het opheffen van de Schengen-afspraken omdat zoveel vluchtelingen naar Duitsland willen, Rutte denkt na over een ‘mini-Schengen’-zone  van de Benelux met Duitsland…Paniekvoetbal alom.

Moeten we dan terug naar een ‘sterke staat’ die streng aan de grenzen met blaffende honden controleert op alles en iedereen en tegelijkertijd binnenlands alles in de gaten probeert te houden via een super-AIVD ?  Zo ongeveer als de DDR dat toepaste voor de val van de muur of zoals Hongarije in een wat gematigde vorm in praktijk probeert te brengen. Dat lijkt me onverstandig. Dan zouden we vervallen in een andere vorm van romantisch denken:  het ‘romantisch nationalisme’   van Geert Wilders en Le Pen. Ons als land zou zich dan isoleren. We zouden een eiland binnen fort Europa worden en onze historische openheid en tolerantie verliezen.

Maar wat dan ? Daar moeten de heren politici maar eens goed over nadenken. Met al onze digitale middelen moet het toch mogelijk zijn effectieve en beschaafde grenscontroles te verrichten,  zeker nu wel duidelijk is dat de komende jaren de stromen vluchtelingen zullen blijven komen. En juist ook ten behoeve van een meer humane en georganiseerde opvang van deze mensen zal het Verdrag van Schengen aangepast moet worden. Dus niet Schengen opzeggen (zoals Wilders en Le Pen willen), maar aanpassen in een  ‘Schengen 2.0 ‘ .

 

De verwende burger op democratisch oorlogspad ( Leo)

De verwende burger op democratisch oorlogspad ( Leo)

 

_______________________________________________________

 

[ In: De Gelderlander van 2 september 2008, maar anno 2016 nog hoogst actueel !]

De verwende burger op democratisch oorlogspad.

Opiniepagina’s  en columns staan over het algemeen vol met kritiek op de overheid, de politici en ‘het Haagse gedoe’. Het cynisme van de burger ten aanzien van de politiek heeft ongekende vormen aangenomen, aldus het meest recente CBS-verslag. En laten we eerlijk wezen…daar is ook regelmatig aanleiding voor. Maar laten we op deze opiniepagina ook eens een keer naar die burger zelf kijken en dan naar de zogenaamde modale burger ( met vaste baan, eigen huis, 30.000 of wat meer als jaarinkomen…).

Deze modale burger begint anno 2008 alle kenmerken van een verwende burger te krijgen. Zoals bij een verwend kind: steeds meer willen, onredelijke eisen stellen, doorzeuren, geen keuzes maken en dreigen met weglopen.

Een paar voorbeelden, bewust in gechargeerde vorm gesteld:

– de koopkracht heeft een bijna religieuze status gekregen: daar hangt ons leven en ons geluk van af. Dat deze koopkracht altijd op en neer gaat en dat onze welvaart – historisch bezien – nog nooit zo hoog is geweest, dat ontgaat veel burgers. Zoals laatst een topeconoom zei: bij een klein beetje koopkrachtdaling wordt de modale burger alleen een beetje minder rijk.

– de regering moet het fileprobleem snel oplossen, het onderwijs weer op peil brengen, meer geld naar de zorg sluizen…maar tegelijkertijd wil men vooral belastingverlaging en lastenverlichting.

– de prijzen van ons voedsel stijgen snel, maar we roepen ook om duurzame en diervriendelijke productie. Dat we slechts 11% van ons inkomen aan voedsel besteden, is historisch laag. Te laag voor goed en duurzaam voedsel zonder bio-industrie-uitwassen.

Voedsel als sluitpost van de gezinsbegroting?

– klagen over de vliegtax, want twee of drie keer per jaar op vakantie moet toch kunnen. Dat we – gemiddeld ! – ondertussen 7% van ons inkomen aan vakanties besteden is eveneens historisch ongekend. Verre reizen maken is bij sommige verwende burgers ook een kwestie van status geworden zoals het aankopen van kunst dat in de boven-modale groepen is.

– eindeloos klagen over de benzineprijs , maar serieus nadenken over alternatieven zoals het nemen van de trein of niet die tweede auto aanschaffen….dat is vaak een brug te ver. Dan liever klagen over de NS, terwijl die het al jaren steeds beter doet.

 

De moderne, modale burger is zo gewend aan luxe en comfort dat elke kritiek hierop wordt afgedaan als conservatief of calvinistisch. Woorden als ‘soberheid’ of ‘matigheid’ lijken prehistorische begrippen. ‘De tering naar de nering zetten’ was toch iets van opa en oma…Het is op vakantie naar Thailand en tegelijk ook die nieuwe keuken Het is goedkoop vlees en twee auto’s voor de deur, maar wel klagen over de bio-industrie en op verjaardagsfeestjes je bezorgdheid over het milieu uitspreken.

En omdat die modale burgers een grote groep welbespraakte kiezers vormen, voelen politici de druk van deze verwende burgers als een hete adem in hun nek. Als de gevestigde partijen niet oppassen, zal die burger weglopen naar partijen die inspelen op cynisme en onvrede. De partijen van Rita Verdonk en Geert Wilders groeien als kool, maar ook groepen in de gevestigde partijen lijken onder invloed van die verwende burger. Het is zoals Jacques Tichelaar het na zijn aftreden als fractievoorzitter opvallend openhartig onder woorden bracht: politici moeten de burger niet naar de mond praten om onvrede te beteugelen ….dan raken de burgers pas echt het vertrouwen in de politiek kwijt. ….politici zijn bang geworden voor de kiezer!

Partijen of politici die niet zondermeer de verwende burger naar de mond praten of  onvoldoende de koopkracht als nieuwe godheid aanbidden, hebben het moeilijk. Politici die zich meer richten op milieu, duurzaamheid of meer levensbeschouwelijke kwesties, worden welwillend aanhoord maar de verwende burger zal er niet zo snel zijn stem aan geven.

 

Hierin lijkt onze onvolprezen democratie een valkuil te worden, zeker als constante opiniepeilingen van De Hond en anderen daar een bijna dagelijkse druk op leggen.  Dan heb je geen afgewogen politiek program nodig ( Rita Verdonk), maar luister je gewoon naar de wensen van die verwende burger: minder belasting betalen, meer koopkracht, meer asfalt, meer koopzondagen, geen vliegtax, goedkoop voedsel en natuurlijk minder ontwikkelingshulp. Noem het de valkuil van een populistische democratie waarin de verwende burger de richting bepaalt …zonder ooit zijn zin te krijgen. Immers: zoals bij een verwend kind zal steeds maar toegeven nieuwe wensen / eisen oproepen. Populistische korte-termijn-politiek gericht op individueel eigenbelang, luxe en comfort lijkt voor steeds meer politici de weg om de verwende burger voor zich te winnen.

 

Leo Salemink